Uit de Woudklank 1999
U staat voor de plek waar ooit het Dulfhûs stond.
Een drietal verveners koopt op 11 maart 1868 een stuk land in de Dulf en graaft er een vaart doorheen, die het Alddjip met de Nieuwe Vaart verbindt. Deze opvaart is nodig voor de afvoer van turf uit dit gebied.
In de zandweg ten noorden van de Nieuwe Vaart komt een draaibrug (Voetveer). Op 25 maart 1869 wordt in de Drachtster Courant de aanbesteding van ‘een winkelbehuizinge met tapperij’ naast de draaibrug bekend gemaakt, het Dulfhûs.
In de aanbestedingsadvertentie wordt ook aangeboden de verhuring van het nieuwe pand ‘met de bediening en het opzicht der draaibrug, vaart en hoopsteden (stapelplaatsen van de turf) tegen het genot van uitvaarts- en bruggelden’. Feitze Harmens van Zwol, één van de verveners, neemt deze zaken op zich.
Op dat moment waren er, ondanks de heersende armoede, diverse cafeetjes in Terwispel. Deson-danks zagen de drie verveners kennelijk brood in het ontwikkelen van deze activiteiten. Het Dulfhûs is tot ± 1960 bewoond geweest. Een aantal jaren daarna is het afgebroken.
Volgens het Nammekundich Wurkferbân fan de Fryske Akademy werd het gebied tussen de Mouweweg (nu Hanebuert) en het Alddjip al in 1543 Dolft genoemd. De naam is afgeleid van het Oudfriese ‘delva’ en het Friese ‘dolle’ oftewel ‘delven’ of graven. Dit impliceert dat er hier al eeuwen turf is gegraven.
Uit de Woudklank 1999
Google Maps 2018