Naamgeving natuurgebied Van Oordt’s Mersken
 
Het gebied achter deze bank is vernoemd naar prof. dr. Gregorius Johannes van Oordt (1892-1963) ter herinnering aan het vele dat hij voor de vogel- en natuurbescherming heeft gedaan.
Deze bank is niet de eerste herinnering ter ere van Van Oordt. Dat begint bij de officiële naamgeving van het gebied dat tot dan toe bekend stond als

Ganzenpleisterplaats bij Beetsterzwaag.

Op 28 mei 1969 echter kwam een gezelschap van familieleden en overheidsvertegenwoordigers bijeen in Beetsterzwaag in aanwezigheid van de toenmalige staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, mr. H.J. van de Poel. Na toespraken over het belang van Van Oordt voor de natuurbescherming in het algemeen en dit gebied in het bijzonder, ging het gezelschap het veld in. Komend vanaf Kolderveen was, aan het einde van het zandpad waar dit uitkomt bij het bosgebied de Hege Geasten, door Staatsbosbeheer een degelijk houten bord geplaatst met daarop de tekst Natuurreservaat Van Oordt’s Mersken.

Hier hield de staatssecretaris nog een korte toespraak:

„De naam die wij nu geven aan de ganzenpleisterplaats bij Beetsterzwaag, de naam van Prof. Dr. Gregorius Johannes van Oordt, wordt hiermee verbonden aan een gebied dat in grote mate zijn bijzondere liefde en belangstelling had. Het is een terrein in het hart van Friesland, waarop Prof. Van Oordt al in 1953 de aandacht van de rijksoverheid vestigde, omdat het onder meer als overwinteringsgebied voor ganzen van uitzonderlijk grote betekenis is. Het is voorts vooral Prof. Van Oordt geweest, die op het belang van pleisterplaatsen heeft gewezen en er op heeft aangedrongen, deze door aankoop veilig te stellen.”


Tot zover de toespraak en daarmee was de officiële naamgeving een feit.

Hoewel het reservaat in stand bleef en inmiddels de Natura-2000 status heeft, raakte het bord langzaam aan in verval en werd het door de beheerder opgeruimd. Plaatselijk Belang Terwispel vond dat er toch wel iets van een aandenken zou moeten komen en zodoende kunt u nu even uitrusten op het resultaat van hun inspanningen en op uw gemak deze beknopte levensbeschrijving van de naamgever van dit gebied nalezen.

Van Oordt studeerde plant- en dierkunde aan de universiteit van Utrecht en promoveerde hier in 1921 bij professor Nierstrasz op een embryologisch onderwerp. Hij bekleedde verscheidene functies en werd in 1945 benoemd tot hoogleraar in de zoölogie (dierkunde) en endocrinologie (hormoonleer, inwendige klieren en stofwisseling) aan de universiteit van Utrecht. Naast het werk aan deze wetenschapsgebieden ging zijn aandacht uit naar de ornithologie ofwel de vogelkunde (classificatie van soorten, observatie van gedrag, trek, zang en vliegwijze). Ofschoon Van Oordt zelf zei de ornithologie slechts als een hobby te beoefenen, was hij zeer deskundig op dit gebied en moet hij tot de beste Nederlandse veldornithologen van zijn tijd worden gerekend. Dat hij meer was dan een vogelaar bleek al wel toen hij als eerstejaars student een artikel in het Engelse tijdschrift British Birds publiceerde over kleurafwijking in eieren van de Visdief (Sterna hirundo). Hij was toen 19 jaar.
Het was het begin van een gestage stroom van ornithologische publicaties, 93 in totaal. En dat naast de ruim 100 wetenschappelijke publicaties op zijn eigenlijke vakgebied.
De vogeltrek had Van Oordt’s bijzondere aandacht vanwege zijn wetenschappelijk onderzoek aan het endocriene systeem, zoals bijvoorbeeld: heeft veranderende daglengte invloed op hormoonspiegels waardoor bijvoorbeeld de trekdrang geactiveerd wordt?
In zijn hoedanigheid van secretaris van de Nederlandsche Ornithologische Vereeniging (thans Nederlandse Ornithologische Unie) was Van Oordt betrokken bij de oprichting van het Vogeltrekstation Texel in 1930. In 1936 verscheen zijn collegereeks over vogeltrek in boekvorm, getiteld Vogeltrek, dat nog in 1960 een geheel herziene vierde druk beleefde.
Van Oordt zag al snel het belang van natuurbescherming, wat onder andere tot uiting kwam in publicaties als ‘The Ornithological Reservations of the Netherlands’ in 1930 in Ardea.
 
Hij was bestuurlijk actief in velerlei (overheids-)organen en commissies. Dat begon al in 1928 voor het Staatsbosbeheer, met wat algemeen ‘de Commissie Weevers’ genoemd werd, en leidde ten slotte tot zijn benoeming tot voorzitter van de Voorlopige Natuurbeschermingsraad, een bewijs hoe zijn grote kennis, ook op dit gebied, gewaardeerd werd. Dit werd nog eens bevestigd toen hij in 1954 benoemd werd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
In 1953 had hij de Rijksoverheid gewezen op het belang van de ganzenpleisterplaats als overwinteringsgebied wat heeft geleid tot een eerste aankoop van 200 ha en met het doel destijds het gebied tot 600 ha. uit te breiden. Inmiddels beslaat het gebied een oppervlakte van circa 840 ha. Het is in 2013 aangewezen als Natura 2000-gebied waarmee het belang voor behoud duidelijk wordt aangetoond.
Behalve als overwinteringsgebied voor ganzen zijn deze Mersken (hooilanden) overigens ook belangrijk voor broedende weidevogels als kemphanen en grutto’s.
Prof. van Oordt ging met emeritaat bij het bereiken van de zeventigjarige leeftijd op 19 maart 1962. Hij hield zijn afscheidscollege op 1 oktober van datzelfde jaar. Als blijk van waardering werd hem bij dat afscheid een door zijn studenten, collega’s en medewerkers samengestelde bundel aangeboden, ‘G.J. van Oordt, his contributions to science’, waarin nog eens zijn verdiensten op het gebied van de wetenschap, ornithologie en natuurbescherming werden aangehaald.
Geheel onverwacht overleed hij al een jaar later, op 22 april 1963, tijdens een excursie naar de Duurswouderheide bij Waskemeer, in de wapenrusting van de ornitholoog, namelijk met de veldkijker om de hals, zittend aan de wegrand.

Geraadpleegde bronnen:
G.J. van Oordt. His contributions to Science, uitgeverij G.W. van der Wiel & Co, Arnhem, 1962.
Bierman, W.H., ‘In Memoriam Gregorius Johannes van Oordt’ in: Ardea jaargang 51, december 1963, aflevering 2-4, pp 85-90.
Voous, K.H., ‘In Memoriam Prof.dr. G.J. v. Oordt’ in: Het Vogeljaar, 1963, 11 (3), pp. 103–104.
Voous, K.H., In de ban van vogels. Ornithologisch Biografisch Woordenboek van Nederland, uitgeverij
Scheffers, Utrecht, 1995, pp. 381-383.
Gedenkboekje der familie uitgegeven als tachtigste jaarverslag, 1963, Vereeniging der Familie van Oordt.
Hierin opgenomen de toespraak van mr. H.J. van der Poel, staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, pp 61-64.
Natura 2000 – Van Oordt’s Mersken: https://www.natura2000.nl/gebieden/friesland/van-oordts-mersken.

Lees hier verder over de Bouwers polder